Hoe kun je binnen gemeenten de aanpak versterken om overgewicht bij de inwoners tegen te gaan? Welke rol kunnen samen leren en lerend monitoren daarbij spelen? Maud ter Bogt doet in vijf gemeenten in de Betuwe promotieonderzoek om een antwoord te vinden op deze vragen. Centraal hierbij staan de leerkringen, waarin zoveel mogelijk partijen die met gezond gewicht bezig zijn ervaringen uitwisselen en kennis delen.
Overgewicht is een aanzienlijk probleem in Nederland. In 2023 had ongeveer de helft van de Nederlanders van 18 jaar en ouder overgewicht. 15 procent van de inwoners heeft ernstig overgewicht, ook wel obesitas genoemd. Het probleem is de afgelopen decennia toegenomen; het percentage mensen met obesitas is sinds 1990 verdubbeld. De gevolgen zijn gezondheidsproblemen (zowel fysiek als psychisch), hoge zorgkosten en druk op de zorg en maatschappelijke kosten, bijvoorbeeld door ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid.
Belemmeringen
Gemeenten krijgen een belangrijke rol toebedeeld om overgewicht tegen te gaan, maar ze lopen daarbij tegen diverse belemmeringen op, vertelt Gerdine Fransen-Kuppes, bijzonder hoogleraar populatiegerichte preventie aan het Radboudumc. Bijvoorbeeld op het vlak van domeinoverstijgende samenwerking, het organiseren van randvoorwaarden, het bereiken en betrekken van kwetsbare groepen en het borgen van een aanpak in beleid.
Franssen-Kuppens is initiatiefnemer van een actieonderzoek naar de aanpak van gezond gewicht en hoe die te versterken in vijf gemeenten: Neder-Betuwe, Buren, Druten, Wijchen en Beuningen. Het onderzoek wordt met subsidie van ZonMw uitgevoerd door promovendus Maud ter Bogt. Ze onderzoekt hoe samen leren en lerend monitoren in zogeheten leerkringen de samenwerking tussen partijen in de gemeenten kan versterken, en daarmee de aanpak gezond gewicht. Vooral de complexiteit van de aanpak staat daarbij centraal.
Leerkringen
Er zijn twee leerkringen: een voor Buren en Neder-Betuwe en een voor Wijchen, Druten en Beuningen. Wijchen en Druten zijn ambtelijk gefuseerd, dus vanuit beide gemeenten is er één vertegenwoordiger. De leerkringen komen sinds het begin van het onderzoek in 2021 elk kwartaal bij elkaar. Vooraf is met de gezondheidsmakelaar van de GGD gekeken welke partijen er actief zijn in de gemeenten. Die zijn uitgenodigd om deel te nemen aan de leerkringen.
Ter Bogt treedt op als facilitator; ze organiseert samen met de deelnemers de leerkringen, bedenkt passende werkvormen en geeft terugkoppeling vanuit onderzoek aan de deelnemers. Onder de deelnemers zijn naast beleidsmedewerkers van de gemeente en de onderzoeker mensen van allerlei organisaties, van de sportschool en bibliotheek tot de GGD en van de participatiecoach tot de huisarts en inwonersinitiatieven.
Observe-reflect-plan-act
De leerkringen werken volgens de observe-reflect-plan-actcyclus. ‘We kijken vanuit onderzoek en praktijk wat er gebeurt en hoe dit bijdraagt aan het versterken van de aanpak’, legt Ter Bogt uit. We reflecteren daarop en plannen acties. Elke bijeenkomst eindigt met een leeragenda, een soort actielijst. Bij de volgende bijeenkomst pakken we die er weer bij. Wat is er gelukt? Waar lopen we nog tegenaan? Wat kunnen de andere deelnemers doen? Omdat iedereen er vanuit een ander perspectief in zit, kunnen ze elkaar verder helpen.’
Joëlla van de Griend is beleidsadviseur gezondheid en preventie voor Druten en Wijchen en vaste deelnemer van de leerkring. ‘De leerkring heeft ons netwerk verbreed’, zegt ze. ‘We vertellen elkaar waar we mee bezig zijn en de anderen kunnen meedenken en adviseren. De observe-reflect-plan-actcyclus helpt ons echt verder. Het zijn vaak kleine stapjes, maar wel in de goede richting. Zo versterken we elkaar.’
Leefstijlinterventie
Ze noemt het voorbeeld van het leefstijlprogramma Samen Fit en Gezond voor vrouwen met een migratieachtergrond. Een huisarts uit Druten die aan de leerkring deelnam was enthousiast over deze interventie en wilde dat ook vrouwen uit zijn praktijk kunnen deelnemen aan een leefstijlinterventie. Inmiddels heeft de eerste groep vrouwen in Druten tien bijenkomsten van Samen Fit en Gezond bijgewoond.
‘Een ander voorbeeld is de vraag van vrouwen met een migratieachtergrond die via de stichting Wijchen Gezond tot ons kwam’ vertelt Van de Griend. ‘Zij willen wel bewegen, maar dan wel in een ruimte waar niet iedereen naar binnen kan kijken. In samenwerking met de sportschool is hiervoor een oplossing gevonden.
‘De leerkring geeft inzicht in de sociale kaart en leidt tot betere samenwerking’, aldus Van de Griend. ‘Zo hebben we samen verschillende initiatieven opgezet, zoals een beweegcarrousel waarbij mensen vrijblijvend kennis konden maken met verschillende sporten en een ‘beweegproeverij’ speciaal voor mensen die het moeilijk vinden om in beweging te komen. Dat lukt doordat we vanuit verschillende disciplines bij elkaar zitten.’
Input voor beleid
Van de Griend kan de methode van de leerkringen aanbevelen aan andere gemeenten. ‘De input van andere partijen is belangrijk om beleid te maken. De professionals kennen de doelgroep en weten wat hen kan helpen. De gemeente op haar beurt kan initiatieven van andere partijen faciliteren. Zo komen we samen verder. En we gebruiken de input uit de leerkringen ook voor de ketenaanpak gezond gewicht in het kader van het Gezond en Actief Leven Akkoord.’
De twee leerkringen hebben dit jaar ook een eerste gezamenlijke bijeenkomst gehad. De leerkring Druten-Wijchen-Beuningen ging op bezoek bij de leerkring Buren-Neder-Betuwe. Ook de wethouders waren van de partij, wat belangrijk is voor het bestuurlijke draagvlak. Van de Griend nam er ook nog wat van mee. ‘Buren is een JOGG-gemeente en werkt daarvoor ook samen met het bedrijfsleven. Dat doen wij nog nauwelijks, maar dat kan wel interessant zijn.’
Versterking van samenwerking
Het onderzoek loopt tot 2025. Ter Bogt heeft nog geen harde conclusies, maar constateert wel dat de deelnemers ervaren dat zij tot oplossingsrichtingen komen, de samenwerking versterken en onderdelen van hun werk effectiever inrichten. ‘De leerkringen hebben mooie voorbeelden van samenwerking opgeleverd. Zowel overgewicht als het organiseren van zo’n aanpak is complex. Het is niet alleen een kwestie van bewegen en gezond eten, maar heeft ook te maken met factoren als mentaal welzijn, stress en armoede. Door partijen bij elkaar te brengen, vergroot je de mogelijkheden om gezamenlijk overgewicht aan te pakken.’